Lifestyle > Huisdieren

Help de dieren de winter door!

(1/1)

admin:
Hoe help ik de vogels de winter door?

Help vogels de winter door

Een vetbol is bijvoorbeeld makkelijk zelf te maken. Smelt drie pond ongezouten rundervet (verkrijgbaar bij slagerijen) of ongezouten frituurvet (bijvoorbeeld ossewit) in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet te heet. Voeg daar al roerend 6 ons gebroken hennep- en maanzaad en 3 ons zonnepitten aan toe. Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld in een leeg blikje of melkkarton. Leg daarin voordat de brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt. Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollen buiten aan de draad worden opgehangen. Soms komt de vetbol moeilijk los uit de vorm. Hou hem dan even onder de warme kraan.

Tips:


    * Klop je tafellaken uit in de tuin;
    * Voer niet te veel tegelijk en het liefst 's ochtends;
    * Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt in brood en kaas zit al meer dan genoeg;
    * Voer geen margarine, dat werkt laxerend;
    * Maak een sneeuwvrije plek, zodat vogels zelf op de grond naar voedsel kunnen zoeken;
    * Hang pindaslingers en vetbollen op of koop speciaal vogelvoer in veel supermarkten.



            Bron: Hart voor Dieren

 

Tuinvogels helpen in de winter:



Tijdens een strenge vorstperiode met temperaturen die langdurig dalen tot onder het vriespunt kunnen vogels het zwaar te verduren krijgen.

Normaal gezien sterven vogels in onze streken niet van de kou, maar een langdurige voedselschaarste verzwakt hen en verstoort de stofwisseling. Zij lopen dan meer kans op allerlei ziekten. Dit is vooral tijdens langdurige vorstperiodes en sneeuwval. De dagen zijn kort en daardoor ook de beschikbare tijd om het nodige voedsel bijeen te zoeken. Bovendien hebben vogels ook nog een hoger calorieverbruik, zodat hun vetreserves sneller uitgeput geraken. De vogels moeten genoeg energiereserve hebben om gedurende de koude nachten hun temperatuur op peil te houden.

Zo omstreeks de Kerst begint de tijd voor de wintervoedering van de vogels.
Tot die tijd zijn er nog genoeg bessen, insecten, larven enz. in de vrije natuur te vinden voor de vogels, en het is juist wel goed dat veel schadelijke insecten op die manier worden opgeruimd.
Na die tijd, en vooral bij strenge vorst, moet er gevoederd worden. Gooi geen massa's voedsel tegelijk neer, het trekt muizen, ratten en katten aan, precies datgene wat we nu juist niet willen. Te vroeg voeren heeft dus geen zin, ook al omdat de vogels verleid worden om niet naar het zuiden te trekken!
Dat in dierenwinkels en tuincentra zes maanden per jaar voedertafels en alle mogelijke  vetbollen, pindaslingers te koop zijn is alleen maar commercie en zeker niet in het belang van de vogels, integendeel.
 

Voor de winter hebben de (meeste) vogels een vetreserve opgebouwd door extra veel te eten. Echter raken de vogels bij strenge winters al gauw door deze vetreserve heen. Bij hevige sneeuwval wanneer een groot deel van het voedsel onbereikbaar wordt kan er voor de vogels een gevaarlijke situatie ontstaan. Het zoeken naar voedsel is immers veruit de belangrijkste bezigheid van vogels om te overleven. Met een lichaamstemperatuur van meer dan 40° C hebben ze veel calorieën nodig, vooral de kleinere vogelsoorten. Een koolmees bijvoorbeeld verorbert elke dag ongeveer haar eigen gewicht aan voedsel.

Het landschap is in grote delen van het land en de steden zodanig dat hulp van de mens geen overbodige luxe is.

Naast het genoegen om een in moeilijkheden verkerende vogels te helpen, is het een deugd om diverse vogelsoorten te observeren en te herkennen wanneer ze de voedertafel bezoeken en allerlei capriolen uithalen om her en der een zaadje mee te pikken.
 

Enkele voedertips:

    * Voederen mag op bescheiden schaal vanaf november (bijvoorbeeld met zaden), maar het is pas echt nodig als het langdurig vriest en/of sneeuwt
    * Voer niet meer in Maart (bouw het voeren wel gelijkmatig af) Haal pinda's pindabollen en zaden tijdig weg. U voorkomt zo dat vogelouders dit aan hun jongen voeren: de jongen zullen pinda's en zaden niet kunnen verteren en daardoor overlijden. Ook zal dit voer voor jonge vogels te eenzijdig uitpakken
    * Strooi het voer op een voedertafel maar strooi ook op de grond voor vogels als mus, winterkoning en roodborst.
    * Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends (na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt) en tegen het einde van de middag (zo kunnen ze de nacht doorkomen). Overdadig voederen kan muizen en ratten aantrekken.
    * Probeer als het vriest ook water aan te bieden (is even belangrijk als voedsel !), maar zorg er voor dat u het regelmatig ververst.
    * Wanneer het gesneeuwd heeft, is het niet nodig voor water te zorgen. De vogels komen dan aan vocht door van de sneeuw te pikken.
    * LET OP dat vogels niet in het drinkbakje kunnen badderen, hun natte verenpak zal bevriezen en de vogel sterft aan onderkoeling/bevriezing.
    * Geef geen lauw water en voeg geen suiker of zout toe!
    *

      Voorkom bevriezing van vogels in drinkwater door:   

            Drinkbakjes af te dekken met gaas.

            Drinken te verstrekken door met een hamer vergruisde ijsblokjes te serveren.

            Het water NIET verstrekken in metalen of ijzeren drinkbakjes : vogels vriezen daaraan vast!!

            Het drinkbakje op een windvrije plek neer te zetten.

    * Voeder geen margarine of boter, die werken als laxeermiddel
    * Geef nooit zoutjes, voer met smaakstoffen, ongekookte rijst, spekrandjes of droge kokosnoot. Dit kan gevaarlijk zijn voor vogels.
    * Plaats het voer ver genoeg van plaatsen waar katten kunnen opduiken.
    * Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, voedert u best als geheel en niet in kleine stukjes.
    * Voeder vooral "natuurlijk" met zonnebloempitten, zaadjes, noten en dergelijke. Vermijd "chemische" producten zoals margarine.

Vogelvoer:

In de meeste stadstuinen zullen we geen roofvogels, watervogels, reigers e.d. aantreffen. Hier gaat dus voornamelijk om zaad- en insecteneters zoals mussen, vinken, mezen, merels, zanglijsters e.d.

Sommige mensen leggen een pakje margarine op de voedertafel, dit is echter fout!, de vogels pikken het graag op maar, te veel vet werkt laxerend en is dus heel slecht.
 
Blauwe reiger
Vlees, vis (afval)

 
Boomkruiper

Beetje vet of pindakaas op boomstammen, maar verkiest indien mogelijk zijn eigen natuurlijk dieet.
 
Buizerd
Vlees (afval, slachtafval), Karkassen van kip, konijn…

 
Duif
Tarwe, kippenvoer, maïs, onkruidzaden, ongekookte havermout
 
Eenden / Ganzen
Tarwe, kippenvoer, maïs, gekookte aardappelen, bruin brood, gesneden sla, boerenkool.............
 
EksterEkster

Karkassen van kip, konijn......,slachtafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas.
 
Heggenmus

Gerst, onkruidzaden, vogelvoer, meelwormen en ongekookte havermout.
Plaats: zeer beschut onder heggen en struiken.
 
Koperwiek

Gewelde rozijnen, oud fruit, klokhuizen en bessen.
Plaats: open, sneeuwvrije plek op de grond.
 
Kraai

Karkassen van kip, konijn......,slachtafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas.

 
Kramsvogel

Gewelde rozijnen, oud fruit, klokhuizen en bessen.
Plaats: open, sneeuwvrije plek op de grond.
 
Lijster

Meelwormen, bruin brood, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen kaasresten (zonder korst), oud fruit
 
Meerkoet
Tarwe, kippenvoer, maïs, overrijpe peren en appelen, rozijnen, bessen, krenten, bruin brood, gesneden sla, boerenkool.............

 
Mees

Vetbollen, (halve) kokosnoten, ongebrande pinda's, vogelzaad, kaasresten (niet de plastic korst) en zonnepitten.
Plaats: voedertafel of - huisje in bomen.

 
Meeuwen
Vers vleesafval, vis, visafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas.

 
Merel

Meelwormen, bruin brood, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen kaasresten (zonder korst), gewelde rozijnen, oud fruit, klokhuizen, en bessen.
Plaats: open, sneeuwvrije plek op de grond.
 
Mezen
Zonnebloempitten, kokosnootpulp, ongebrande pinda's, meelwormen, insectenpastei, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen, bruin brood, stukjes kaas (zonder korst)
 
Mussen
Tarwe, kippenvoer, maïs, onkruidzaden, ongekookte havermout, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas.
 
RoodborstRoodborstje

Gerst, hele fijne zaden, meelwormen, vetbollen, ongekookte havermout, beschuitkruimels, fijne broodkruimels.
Plaats: zeer beschut onder heggen of struiken.
 
Specht

Kokosnootpulp, ongebrande pinda's, meelwormen, insectenpastei, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen

 
Spreeuw

Meelwormen, bruin brood, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen kaasresten (zonder korst), oud fruit aardappelen, rozijnen, bessen, krenten.
Plaats: open sneeuwvrije plek op de grond.
 
Turkse tortel

Gemengd (strooi)zaad en maïskorrels.
Plaats: grond of open voedertafel.

 
Vink

Onkruidzaden, gerst, ongekookte havermouth, gemengd (strooi)zaad en zonnepitten.
Plaats: op de grond of op de voedertafel.
 
Vlaamse gaai

Karkassen van kip, konijn......,slachtafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas.
 
Waterhoen
Tarwe, kippenvoer, maïs, overrijpe peren en appelen, rozijnen, bessen, krenten, bruin brood, gesneden sla, boerenkool.............
 
Winterkoning

Gerst, onkruidzaden, vogelvoer, meelwormen, maden, larven en ongekookte havermout.
Plaats: zeer beschut onder heggen of struiken (op meerdere plaatsen).
 
Zwanen
Tarwe, kippenvoer, maïs, gekookte aardappelen, bruin brood, gesneden sla, boerenkool.............
 
ZaadetersVogels in de Winter

Over het algemeen kan je zaadeters (huismus, ringmus, vink, keep, groenling, putter, goudvink, appelvink: forse kegelvormige snavel) verwennen met: granen, maïs, zonnepitten, onkruidzaden, bruin brood, etensresten (pas op met zout!).
Plaats: op de grond of op de voedertafel.
Insecteneters

Over het algemeen kan je insecteneters (heggenmus, roodborst, winterkoning, boomkruiper: fijne priemsnavel) verwennen met: fijn vogelvoer, meelwormen, maden, larven en ongekookte havermout. Voer regelmatig, met kleine beetjes tegelijk.
Plaats: beschut onder heggen en struiken of op een ruime open plek waar ze een eventuele kat kunnnen zien aankomen!
Recept Vetbollen
vetbollen zijn erg in trek bij koolmeesjes

    * Smelt drie pond ongezouten rundvet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet heet! Voeg daar al roerend een mengsel van 6 ons gebroken hennepzaad en maanzaad en 3 ons zonnepitten aan toe.
    * Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton of een theeglas.
    * Leg daarin, voordat de brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt. -Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollen buiten aan de draad worden opgehangen.
    * Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Een melkkarton kan rondom worden afgescheurd; houd een theeglas of blik even in heet water, de vetbol komt dan gemakkelijk los. Uiteraard kunnen naar eigen inzicht ook kleinere hoeveelheden worden gebruikt.

 

Tips voor Nestkastje - voedertafel:

    * In een rustige tuin hangen we nestkasten op ooghoogte: 1,50 - 1,80 meter boven de grond. Waar er meer kans op verstoring is, bevelen we een hoogte van 2,50 - 3,50 meter aan. Hang een nestkast nooit pal in de zon of op de regenzijde. De vliegopening moet steeds naar het licht gericht zijn,(zuidoosten)
    * Hang de nestkast in het late najaar of de vroege winter (november -februari) op.
    * Het aantal nestkasten is afhankelijk van het landschap en het voedselaanbod in de omgeving. We mogen stellen dat in één op de twee alleenstaande bomen een nestkast kan worden aangebracht. Tussen twee nestkasten van hetzelfde type kan best een minimumafstand van ca. 10 meter gehanteerd worden. Tussen twee nestkasten van verschillende typen in deze minimumafstand minder belangrijk.
    * Voederplanken kunnen het best worden overdekt zodat het voer droog blijft, de bodem voorzien van een opstaande rand, zodat het voer er niet af kan waaien met gaten op de hoeken, zodat eventueel regenwater weg kan stromen. Voer met mate en borstel regelmatig de voederplank met heet water schoon.
    * Als u een vogelhuisje of voederplank gebruikt,  bedenk dan dat vogels in hun uitwerpselen schadelijke bacillen kunnen dragen. Een groot aantal vogels op één voederplaats veroorzaakt al snel een kweekplaats van bacillen. U moet dus de voedertafel of het vogelhuisje (met heet water) en voederplek regelmatig schoon maken. Oude voedselresten en uitwerpselen kunnen de vogels ziek maken (o.a. salmonella)

Navigatie

[0] Berichtenindex

Naar de volledige versie